Terwijl ik aan de zijkant boxen aan het opstrooien ben hoor ik het vrolijke geklikklak van hoefjes. Hoefjes op stenen . . . en dat klopt niet.
Alle paarden staan al buiten in het land dus of er is een paard ontsnapt of we hebben visite. Ik loop in de richting van het geluid. Ja hoor we hebben visite. Een kleine pony drentelt vrolijk over het erf.
Eeeeh klinkt het van de andere kant “schiet eens op, doe eens wat grijp die uk eens bij haar manen”.
“Pardon, uk, ik, oké ik sta niet zo hoog op mijn benen maar om mij daarom nou uk te noemen”.
Watervlug piept ze langs mij heen en dribbelt verder. “ik dacht het ruikt hier zo lekker ik kom op theevisite, even kijken naar wat hier nu woont. Al die hoogbenigen, Engelse volbloeds zei je, hoe interessant”.
Vanuit het weiland is ze inmiddels ook gesignaleerd, de jaarlingen, altijd nieuwsgiering en altijd in voor wat dan ook komen richting het hek.
Eeeh klinkt Gert, “wat doe je nou, pak haar dan zo ingewikkeld kan dat toch niet wezen”. “Ga maar een ander pakken” en nuffig ontsnapt ze me weer.
Inmiddels is ook Kees gearriveerd, en hij begint zoete broodjes met haar te bakken. “Ja dag, leuke praatjes hoor maar daar trap ik echt niet in”. “Ik ben net zo gezellig aan het wandelen en dan zouden jullie mij weer vangen echt niet”. Maar ja wij zijn inmiddels met zijn drieën en zetten de kleine dame klem in een hoekje. Boos schudt ze haar aller charmantste hoofdje en laat zich vangen.
“Zet haar voorlopig maar hiervoor in het schapenweitje, iemand komt haar vast wel zoeken en geef haar maar een plak hooi”. “Het schapenweitje, ik wil niet in het schapenweitje, ik wil gezellig bij die andere hoogbenige volbloeds, lekker rennen met ze in het land dat lijkt mij nou zo leuk”.
Maar je beland in het schapenweitje met een plak hooi.
Gert zou Gert niet zijn als hij, als hij denkt dat wij het niet zien, nog even bij je gaat buurten met altijd wel wat te snoepen in zijn zakken. “Gaat een van jullie ook nog even het hek voor dicht doen want dat staat dus weer open”. Ok mijn beurt. Het hek voor is het slot op de deur en staat aan het begin van de oprijlaan. Als dat hek maar dicht is kunnen de paarden nooit echt ontsnappen maar ja dan moet dat hek wel dicht zijn en dat is het nu dus niet.
In de loop van de middag komen een moeder met dochter het erf opgelopen. “Jessica, hier ben je” ze komen ons zoeken, de tamtam had gemeld dat hier een pony was komen aanlopen en zij waren hun troetel kwijt. Jessica wordt afwisselend vermanend toegesproken en vervolgens geknuffeld want ze zijn toch wel erg blij dat de verloren dochter terecht is. Jessica laat het zich allemaal aanleunen en kauwt op de meegebrachte snoepjes. We worden bedankt voor de goede zorgen en braaf als een lammetje trippelt Jessica weer het erf af.
“Daag ze weten het nog niet maar ik kom vast nog eens langs. Ik ken nu de weg dus tot een volgende keer”.
We zwaaien ze uit en nee het is niet de laatste keer dat we Jessica gezien hebben.