Fantasie en waar en wat het mij brengt

 


Ooit ergens gelezen: wij zijn ons bewust zodat het heelal zich bewust kan zijn. Volgende vraag is dan waarom wil dat heelal zich zo nodig bewust zijn. wat is het voordeel voor het heelal daarvan. Ik kan mij niet voorstellen dat onze aanwezigheid en de daaraan gepaard gaande veranderingen het heelal iets te bieden hebben. Ik kan mij zelfs niet voorstellen dat onze activiteiten worden opgemerkt.
Blijft over toeval. Toeval deed ons zonnestelsel ontstaan. door toeval ontstond een planeet waar heel toevallig iets op mogelijk was wat wij leven zijn gaan noemen.

Nu heb ik iets wat meer mensen hebben en dat heet fantasie. Die fantasie strekt zich uit als mist over water,  als sterrenlicht door het heelal.
Ik zal niet die eerste zijn die roept wij zijn niet alleen. Klein probleempje, door ons lichaam, ons zijn, zijn wij gebonden aan plaats en tijd, op deze aarde in het nu. Al die andere eventueel bewoonde planeten staan voor ons zo vreselijk ver weg. Onbereikbaar voor de hedendaagse techniek.

Maar nu kan ik gaan fantaseren. Wij gebruiken als mens niet de volledige capaciteit van onze hersenen. Wat als dat de volgende stap in de evolutie is. Dat brein valt vast wel te trainen. Wellicht kunnen we via de beste computer die er bestaat namelijk ons menselijk brein afstand  overbruggen en zo in contact komen met al dat andere leven in ons heelal. Zoveel om te leren en te ontdekken. Dan lijkt de korte tijdspanne van een mensenleven mij ook een beetje kort, dan zou ik graag gezond van lijf en geest wat langer willen leven. Want nieuwsgierig naar dat allemaal ben ik ook.

Als leven kansen krijgt, wat moet ik mij daar dan bij voorstellen. Kan ik zover out of de box denken dat ik iets kan verzinnen wat bewust is maar heel afwijkend van het aardse. En als ik mij iets voorstel komt dat dan uit mijn fantasie of uit een van de vele fantasy of science fiction  boeken die ik heb gelezen. Ik heb iemand ooit eens horen zeggen dat ook dat wat wij kunnen verzinnen een grens heeft. Wij zouden dus beperkt zijn in onze fantasie en daardoor niks kunnen verzinnen wat niet zou kunnen bestaan.

Drijvend op mijn fantasie, beperkt of niet zie ik een wereld met bomen die een bewustzijn hebben. Zij leven samen met kleine lenige mensen
die wonen tussen hun takken. Hun voeten raken zelden de grond. Waar die wereld is weten alleen de bomen. Hun plek in het heelal wordt versluierd door het eeuwige gezang van de bomen. Als Sirenes leiden ze de reizigers weg van hun planeet. Met hun mentale kracht verbergen ze de lokatie van hun planeet. sommige reizigers beweren dat ze hun planeet kunnen verplaatsen.
Mochten de mentale krachten van een van hun bewoners te sterk worden dan wordt deze liefdevol gestild door de bomen.

Een waterwereld waar het leven in zee is gebleven en daar een bewustzijn heeft gekregen. Kieuwen in plaats van longen en schubben in plaats van een huid. Enkele eilanden voor de variatie, voor een kans, een keuze. Baaien om in te schuilen. Het zoute, zoete en brakke water met elk hun strikt gescheiden leven. En toch delen ze een planeet, hebben een weg naar communicatie gevonden. Grotten om in te wonen, de rest is ruimte, om te spelen, te trekken. Waterakkers vol wieren en algen. Eindeloze slierten schelpen gekweekt en verzorgd in de rustige stroom.

IJle geesten zonder vaste vorm bevinden zich tussen de planeten. Hun evolutie was gericht op de ontwikkeling van de capaciteiten van hun geest waardoor ze hun lichaam konden loslaten. Reizigers zijn het, vreemde zwervers. Waar ze vandaan komen en waar ze heengaan is alleen aan hun. Soms, heel soms kun je gebruik maken van hun diensten als boodschapper, profeet, maar welke klus ze accepteren en welke niet is aan hun en hun alleen. Als alleen geest zonder stoffelijk lichaam heeft tijd veel minder invloed op ze en duurt hun leven naar onze tijd gemeten eeuwenlang. En toch kunnen zij nog steeds visueel een beroep doen op een stoffelijk lichaam wat ooit van hun was voor communicatie met anders levende.

 

 

Daar waar het heet en stoffig is en iets wat ergens lijkt op een insect zich door de eeuwen heen heeft ontwikkeld. Wat het is, hoe het communiceert vragen, nog eens vragen. Het leeft als een volk met een leider. Dat is altijd een vrouw en ook zij lijdt, onder de hitte op de grens van waar leven ook voor hun nog net mogelijk is. Dienend aan haar volk. Alleen zij kan voor het nageslacht zorgen. Zij bepaalt welke van het mannelijke geslacht hun eigenschappen door mogen geven. En als dat onvoldoende is dan heeft ze nog een andere manier van voortplanten tot haar beschikking. Wat en hoe is onduidelijk en onbekend. Er wordt over gefluisterd met angst en vrees. Dus hoopt men telkens weer dat de nieuwe generatie mannen goed genoeg is en niet te jong sterft in hun onvriendelijke wereld ver weg van de onze.

Mevrouw, ik wil met u praten, u dochter liegt, ze zegt tegen haar medeleerlingen dat haar vader kapitein is van een schip.
Zuster, mijn dochter liegt niet, mijn dochter fantaseert.
Een gevleugelde uitspraak van mijn oma aan de nonnen van de school waar mijn moeder zat.
Ik kan mij er iets bij voorstellen

 

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *