Het zoemt . . .

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Knopen aanzetten, het moet ook gebeuren. Terwijl ik ermee bezig ben hoor ik een gebrom. Klinkt als motoren in de verte die op het zandlichaam aan het rijden zijn. Niks verontrustends. Maar dan realiseer ik mij halloo ik ben al een tijdje verhuisd en woon niet meer in de buurt van een zandlichaam waar motoren op kunnen rondrazen. En mij dat realiserend, klinkt het gebrom akelig dichtbij. Ik kijk om mij heen en ja ik hoor toch echt wat en het is dichterbij dan ik dacht. Nee hè  boven bij de lampen vliegt iets wat mij toch echt wel tot actie aanzet. Kamer uit, deur dicht.

Dat gaat schijnbaar toch wel gepaard met wat meer herrie dan normaal want gelijk hoor ik dochterlief vragen “mam wat is er “? “een beest” “wat voor een beest”? “weet ik veel, beetje te groot, zwart en het vliegt” “waar” “in onze slaapkamer” “O mam dan doe ik mijn deur dicht ” klinkt het uit de andere slaapkamer. Zoonlief heeft het ook gehoord, en daarmee gaan we de oorlog niet redden. “Ik hoor het wel als hij weg is”. Fijn jongen daar heb ik wat aan. Dochter onderneemt verdere actie. “Ik doe de andere deuren ook dicht en wil hem wel zien”. “Wat ga jij nu doen”? Goede vraag, ook manlief is niet thuis. Waar zijn onze helden als je ze nodig hebt. Het enige wat ik weet te verzinnen is de truck met een bekertje en met in dit geval een dik stuk papier. dus ik pak om te beginnen een bekertje, het stuk papier ligt wel op de slaapkamer.

We sluipen naar binnen en dan is de griezel natuurlijk nergens te zien. Zal je gebeuren, zit dat beest zich ergens te verstoppen. Maar nee, gelukkig. “Daar mam”, ja hoor hij vliegt weer nijdig zoemend rond de lampen. Wat nu ik durf hem echt niet met dat bekertje te pakken, die engerd steekt vast dwars door het papiertje heen. Doodmeppen is ook geen optie en wel om twee redenen. Het geeft van die vlekken en als ik mis mep of als ik hem half dood sla wordt het beest vast nog veel nijdiger en gaat zeker proberen te steken. Bovendien en dat is dan reden drie, is mijn stelregel dat omdat ik toevallig iets eng vind het nog niet perse dood hoeft.

Ik ga beginnen met de Luxaflex omhoog te trekken en het raam waardoor hij naar binnen is gekomen zet ik wijd open. Helaas kan ik geen twee ramen tegenover elkaar open zetten zodat hij op de tocht naar buiten kan vliegen. Help stom beest, wat moet ik nu. En dan, o wonder, besluit de engerd geheel zelfstandig het pand te verlaten en vliegt door het open raam naar buiten. “Hij is weg” roept mijn dochter. Ja dat wonder zag ik ook gebeuren en heel rap doe ik het raam dicht, ren naar boven want daar staat nog een raam open en het zal toch niet gebeuren dat hij daar weer vrolijk door naar binnen vliegt. Pas als ook die dicht is kan ik opgelucht ademhalen. “Mark je deur kan weer open hoor”. “O is hij weg” “Ja hij is weg”. “Mooi zo”.

Nog een tijdje hou ik het onbehagelijke gevoel dat ik dat beest hoor. “Mam dat kan niet. We hebben hem allebei naar buiten zien vliegen”. Ja dat is waar maar wat als hij nu een zij is, op zoek naar een plek om te overwinteren. Dan hoop ik niet dat ze in de open voegen van mijn huis is gekropen en dat we volgend voorjaar van een hele familie kunnen genieten.

Wordt dus hopelijk niet vervolgd.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *