Zo ‘s-avonds laat op het pad langs de vaart kom ik je tegen. Of beter nog, laat jij mij schrikken. Met een air van een grootgrondbezitter zit je vaak midden op de weg en dat is lastig om te zien zo in het donker.
“En waar denken wij dat wij mee bezig zijn ? kun je niet uitkijken ! Omdat ik nu toevallig gezegend ben met negen levens betekent dat nog niet dat jij er achteloos een doorheen mag jagen ! Mens wie denk je wel niet dat je bent. Wees blij dat ik vanavond in een goed humeur ben anders was ik zo in je kuiten gaan hangen en geloof me dat is geen pretje. Ik houd mijn nagels flink scherp. Speciaal voor dit soort gelegenheden”.
Ik scheld niet terug, ik zou niet durven. Achter dat geblaas en gebrom kun je ook best vriendelijk zijn maar dat is overdag. In de zon is je humeur een stuk zonniger. Dan treffen wij elkaar op hetzelfde pad en ga je uitnodigend liggen om geaaid te worden. Je loopt gezellig kletsend een stukje mee. maar aan het einde van je territorium keer je heel beslist om en wacht je op de volgende voorbijganger. Er zijn grenzen en jij trekt ze heel beslist. Vervolgens begeleid je ook deze vriendelijk over je grondgebied en zwaait ze uit. Daaag, kom vooral nog eens terug.
Twee verschillende tijdstippen, twee verschillende katten. Je jaagt het verhaal uit mijn hoofd maar dat zal jou een zorg zijn. “Dat is niet mijn probleem en maak van jouw probleem vooral niet mijn probleem”.
Ik hoop dat jij, of diegene die voor je zorgt beseft dat dit dorp zo stilletjes aan niet meer het rustige dorp is dat het was. Over het pad langs de vaart mogen nu zelfs auto’s rijden. Ok het is geen doorgaande weg en de bewoners kennen je kuren. Maar toch de jeugd scheurt op scooters en opa op zijn scootmobiel en oma op haar elektrische fiets herbeleven hun wilde jeugd met een snelheid die voorheen niet meer bereikbaar voor hun was. Dus wens ik jou nog vele behouden jaren langs de vaart met je negen levens. Je zal ze nodig hebben.